Het Zilverfonds is een lege doos

Het Zilverfonds bestaat tien jaar maar dat is geen reden tot vieren. Want de kas die de vergrijzingskosten moet opvangen, is leeg.

In 2001 lanceerde de paars-groene regering van Guy Verhofstadt (Open Vld) het Zilverfonds. De ambitie was niet min: in het fonds moest geld worden gestort om de kosten van de vergrijzing voor de periode 2010-2030 op te vangen.

Aanvankelijk werd het gevuld met eenmalige ontvangsten zoals de overname van het pensioenfonds van Belgacom door de federale regering. In 2005 besliste de regering om niet enkel een beroep te doen op eenmalige inkomsten om het Zilverfonds te spekken, maar vanaf 2007 een vast percentage van de begrotingsoverschotten door te storten naar het Zilverfonds.

Daar is nooit iets van in huis gekomen, om de simpele reden dat er geen begrotingsoverschotten meer werden geboekt.

Virtueel geld

Wie het jongste jaarverslag van het Zilverfonds leest (van mei 2011), is geneigd te denken dat dit allemaal geen probleem hoeft te zijn. Het Zilverfonds zou over een spaarpot van 17,627 miljard euro beschikken.

Dat bedrag stelt echter weinig voor. Jaarlijks wordt in België 33 miljard euro aan pensioenen uitbetaald. Het geld in het Zilverfonds dekt met andere woorden zes maanden pensioenenuitgaven.

En de realiteit is eigenlijk nog erger: in het Zilverfonds zit eigenlijk niets, tenzij schuldbekentenissen van de overheid.

Dat zit zo: de federale overheid stort liquide middelen, zoals een hele reeks eenmalige opbrengsten, in het Zilverfonds. Dat belegt het geld in schuldpapier van de overheid. De reserves van het Zilverfonds worden dus niet belegd in de gebruikelijke schuldinstrumenten van de staat gericht op de institutionele belegger, zoals lineaire obligaties, maar wel in een specifiek schuldinstrument op maat van het Zilverfonds: de Schatkistbons-Zilverfonds.

Het geld dat de federale overheid doorstort naar het Zilverfonds wordt met andere woorden direct weer overgemaakt aan dezelfde overheid, broekzak-vestzak.

De inkomsten die toegewezen worden aan het Zilverfonds creëren dus geen echt kapitaal. Het gaat enkel om schuldpapier van de overheid, de Schatkistbons-Zilverfonds, met vervaldagen tussen 2016 en 2025. De portefeuille van 17,627 miljard euro is eigenlijk virtueel geld.

VUB-econoom Vuchelen noemt het Zilverfonds volksverlakkerij. “Men wekt de indruk dat er iets is en dat men iets aan het pensioenprobleem doet, maar dat is niet juist. Bedragen worden bovendien twee keer in rekening gebracht: enerzijds om het publiek te voor te liegen en anderzijds om de schuld af te bouwen.”

Johan Vande Lanotte (sp.a) liet zich steevast verleiden tot zo’n dubbeltellingen. Op persconferenties verkondigde hij dat er wel degelijk geld op de rekening van het Fonds stond; hij zwaaide zelfs met rekeninguittreksels.

Tegelijk werd dat geld nog eens afgetrokken van de staatsschuld. Terwijl tal van economen bleven benadrukken dat dit een doorzichtige goocheltruc was. Het geld mocht maar één keer worden meegeteld: ofwel als activa van het Zilverfonds ofwel voor de schuldafbouw.

Economen vinden dat de federale regeringen beter werk hadden gemaakt van structurele overheidsoverschotten om de schuld af te bouwen. (AM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content