EXPERTS OVER 1995. BESCHEIDENHEID SIERT

Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Na de bots (1993) en de weerbots (1994), wordt het een “normaal” beursjaar.

Het jaar ’95 wordt het jaar van de stockpickers, de traders. De juiste keuze op het juiste moment. Selektiviteit en kreativiteit als sleutels tot geldgewin. We verzamelden ruim voldoende kennis en ervaring rond onze tafel om u te helpen het kaf van het koren te scheiden.

– De “emerging markets” verdienen een nominatie voor de prijs van “grootste ontgoocheling” van 1994. Koersdalingen van 30 tot 40 % zijn geen uitzondering. De ultieme koopkans of is het nog te vroeg ?

– ROLAND VAN DER ELST : Timing is op die markten altijd al een erg moeilijke zaak geweest.

– ROLAND VANDAMME : Momenteel noteren de closed end-landenfondsen van die beurzen wel met een fikse korting. Totaal verschillend van de situatie eind ’93. Toen waren forse premies eerder regel dan uitzondering.

– HERMAN HENDRICKX : Het nadeel (de euforie) is nu omgeslagen in een voordeel (grote ontgoocheling) voor de kandidaat-koper. Tegen de huidige koersen zijn de meeste van deze beurzen koopwaardig. Wie een jaar geleden instapte, moet het nu zeker doen. Afhaken ? Nee, integendeel. Laat je wel geen appelen voor citroenen verkopen. Al is het zelden simpel om te achterhalen wat er in een bepaald landenfonds of algemeen groeilanden-fonds zit.

– LEO HENDRIX : Heel die emerging markets-val mag niet los gezien worden van de totaal onverwachte, wereldwijde rentestijging. Daarnaast was er inderdaad eind 1993 die specifieke “bubble” door een vloedgolf van spekulatieve Amerikaanse aankopen. In ’94 hebben de Amerikanen echter meer ver- dan gekocht. De zeepbel is dan ook doorprikt.

– HENDRICKX : Die Amerikaanse verkoopdruk zal aanhouden zolang de korte-termijnrente in Amerika blijft stijgen.

– HENDRIX : Ik heb de beurzen van de nieuwe industrielanden altijd al beschouwd als markten met een hogere bèta. Dat betekent dat als de traditionele beurzen dalen wat in ’94 effektief gebeurd is de groeilanden veel sterker dalen. Het omgekeerde is natuurlijk ook waar, zoals we in ’93 zagen.

De fundamentele gegevens voor de ontluikende markten zijn en blijven goed. Een sterke ekonomische groei, een mooie winstontwikkeling en vooral goedkopere beurzen. Kijk maar eens naar Hongkong dat op basis van de winsten voor 1995 nu tegen een gemiddelde koers/winstverhouding van 8,5 noteert. Sommige industriële aandelen hebben slechts een k/w van 5. Uiteraard kan er nog wat Amerikaanse verkoopdruk optreden, maar dan mag je echt spreken van een “over-verkochte situatie”.

– VAN DER ELST : Er spelen ook nog een aantal andere elementen. Neem nu b.v. Mexico. Met al die Mexicaanse aandelen die op New York noteren, wordt de Mexicaanse beurs op New York “gemaakt”. Ze is als het ware een verlengstuk van de Amerikaanse beurs.

Je moet dus kijken naar de evolutie op de Newyorkse beurs. Ik vind Wall Street duur. Als de Dow Jones 3500 punten zou staan, hadden emerging markets meer kansen dan nu.

Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Zo was er onlangs een uitgifte in een Thailand-fonds (koers van het fonds 24 1/8 dollar). Het recht noteerde positief om te kopen tegen 25 dollar. Er is dus wel nog belangstelling.

Het is best mogelijk dat de koersen van die closed end-landenfondsen op New York nu met een grotere discount noteren omwille van de “tax-selling”. Verlieslatende posities worden op het einde van het jaar gesloten louter om belastingredenen.

– HENDRIX : De koersvorming van de gesloten landenfondsen wordt niet alleen bepaald door de beursevolutie van betreffende land, maar ook door vraag en aanbod in dat fonds op vooral de Amerikaanse beurs.

Zelfs een beurs als Tokyo voelt men het effekt van die buitenlandse aan- en verkopen. De terugval van de Kabuto-Chô sinds de zomer is voor een deel toe te schrijven aan het afbouwen van spekulatieve posities door Amerikaanse fondsen. Eigenlijk moet je je dus enkel maar afvragen wat de Amerikanen gaan doen en hoe de Amerikaanse rente zal evolueren. Wie wist wat de Amerikaanse rente ging doen, zat goed in 1994.

– FRITZ MERTENS : Bovendien is de munt van vele groeilanden aan de dollar gekoppeld. Daarnaast is Wall Street momenteel kwetsbaar. Amerikaanse beleggers hebben de reflex om eerst het geld terug te halen van elders alvorens ze hun “eigen” aandelen gaan verkopen. Op politieke problemen zoals recent in Mexico zijn ze absoluut niet gesteld.

Trouwens, veel beleggers waren zich niet bewust van het risico dat ze namen toen ze in dergelijke landenfondsen stapten. Er was eind ’93 en begin ’94 een “uitgifte-inflatie” van emerging markets-fondsen, zelfs hier in België.

Maar de toekomst op langere termijn ziet er goed uit, zeker voor Azië. Wie ziet er nog veel koopkrachtstijging in Europa met onze belastingdruk en hoge werkloosheid ?

– GEERT VROMAN : Maar je mag hier nog uren volpraten over het goedkoop zijn van die ontluikende markten. Na de slechte ervaring van ’94 wil niemand ze nog kopen.

– HENDRICKX : Toch denk ik dat deze beurzen blijvende interesse zullen kennen. Uiteraard zal de partikuliere belegger nu niet storm lopen, maar dat doet hij nooit als het slecht gaat.

– Een cruciale rol voor de VS. Zal de Amerikaanse rente nog verder stijgen in ’95 ?

– VROMAN : Eind ’93 hebben de markten overdreven met de rentedaling, maar ik denk dat het ergste van de rentestijging achter de rug is. Niet alleen in de VS, maar zelfs wereldwijd. Ik zie de rente daar geen 2 % verder stijgen. Misschien nog een laatste “schokje”, maar meer zeker niet.

– VANDAMME : Je krijgt inderdaad de indruk dat de aandelenmarkten niet zo slecht zitten.

– VROMAN : Juist. Ik beweer niet dat de beurzen 30 % zullen stijgen in ’95, maar voor de Europese markten zie ik weinig risico’s.

– Wat is de rol van de dollar in dat verwachtingspatroon ? Het groene biljet was ook een grote ontgoocheling in ’94.

– MERTENS : De dollarproblemen zijn sterk gekoppeld aan het Amerikaans handelstekort met Japan. Dat is voor een stuk een politiek probleem. In de toekomst zal het handelstekort met China misschien een nog groter probleem gaan vormen.

– VROMAN : Het sentiment en de rente spelen de jongste tijd in het voordeel van de dollar.

– VANDAMME : Kijk eens naar de Australische en Nieuwzeelandse dollar. Die stijgen zeer sterk ten opzichte van de Amerikaanse dollar.

– HENDRIX : Je mag ook niet vergeten dat de Amerikanen lange tijd kapitaal uitvoerden. Dat verzwakte de kapitaalbalans en hield de dollar onder druk. Maar nu repatriëren ze weer kapitaal. Bovendien speelt het positief renteverschil in het voordeel van de dollar. Die twee elementen kompenseerden in het verleden altijd het kronisch tekort (reeds 30 jaar) op de handelsbalans.

– VAN DER ELST : Ik zou het zo eens willen stellen. Nu kan je gulden- en mark-obligaties kopen die 7 % of meer opbrengen. Als Belgische belegger koop ik dat en geen dollarpapier. Ik ben immers zo goed als zeker geen wisselkoersverlies te leiden. Met de dollar kan je winnen of verliezen. Je hebt dat van geen kanten in de hand. Er gebeurt altijd wel iets zodat het anders loopt dan verwacht. Amerikanen sparen niet, het zijn altijd buitenlanders die hun schulden moeten financieren….

– HENDRICKX : Toch ligt dollarpapier met een looptijd van twee tot drie jaar en een opbrengst van 7 % momenteel erg goed in de markt. Van de dollar heeft men nog altijd het idee dat hij kan stijgen, in tegenstelling tot de lire b.v. Het gaat dikwijls meer om emotionaliteit dan om pure rekenkunde.

– VAN DER ELST : Juist, de dollar staat nu goedkoop en voor veel beleggers moet hij niet naar 70 frank gaan, 45 vinden ze al genoeg. Maar is dat geen illuzie ?

– VROMAN : Je mag ook niet vergeten dat er nog veel spekulatief kapitaal in die dollarmarkt zit en dat veel grote huizen op een daling spekuleren. Die shortposities moeten binnenkort misschien ingedekt worden en dat kan de dollar opdrijven naar 34 tot 37 frank. Tot 40 frank zie ik de Amerikaanse munt niet stijgen. Het is best mogelijk dat we op heel korte tijd een erg fikse hausse krijgen. Die kan 70 % van de hele jaarstijging uitmaken. Maar je zult zien dat iedereen na die hausse weer op de dollartrein zal springen.

Voor de heel lange-termijn ben ik niet “super-bullish” op de dollar. De lange-termijntrend van de dollar zie ik eerder als dalend.

– MERTENS : Maar dat is de laatste zorg van de beleggers en een dalende dollar is de laatste zorg van de Amerikanen.

– HENDRIX : Inderdaad, de Europeanen hebben belang bij een relatief zwakke dollar omwille van de inflatie-invoer. De yen-dollar-relatie is eerder een politiek probleem. De huidige dollarkoers laat Amerikanen toe konkurrentieel te exporteren. Iedereen is in feite tevreden met de huidige dollarkoers.

– Wordt 1995 het jaar van de stijgende Europese korte-termijnrente ?

– MERTENS : Ik denk dat die slechts licht zal stijgen. Dat kan je al zien aan de koersen van de rente-termijnkontrakten. De Bundesbank aarzelt tussen nog één keer verlagen of afwachten. Ze kijkt vooral naar de groei van de geldhoeveelheid. De Duitse ekonomie groeit niet zo heel sterk. Het herstel is vooral op één pijler gebaseerd : de export van kapitaalgoederen. Hoofdzakelijk richting Azië en dat blijft zo. De Duitse konsument zal niet veel meer spenderen met de belastingverhogingen die hem in 1995 wachten.

– HENDRICKX : Ik zie niet in waarom de Bundesbank de rente zou verhogen.

– De Europese konsument houdt nu al jaren zijn portemonnee dicht. Geen koopkansen in de distributiesektor dus ?

– MERTENS : Er is al drie jaar lang deflatie in die sektor. GIB wil met zijn recente prijzenslag andermaal marktaandeel terugwinnen. Konkurrent Colruyt vangt dat goed op. In de kledingdistributie is het een echte ramp. Kijk maar eens naar het Nederlandse P&C en C&A.

Het uitgavenpatroon van de mensen verandert meer in de richting van ontspanning en reizen. Dat is uiteraard geen goede zaak voor de distributeurs.

– HENDRICKX : De jobkreatie in de VS duurt al drie jaar. De lonen stijgen echter maar langzaam. De meeste jobs worden er gecreëerd in de sektoren met de laagste lonen.

– VANDAMME : Het komt erop aan de juiste sektoren uit te kiezen. Ik ben heel optimistisch voor de papiersektor. Die bedrijven kunnen hun prijzen verhogen. Ze hebben echte “pricing power”. Dat zal het verschil uitmaken met de vorige jaren.

– VAN DER ELST : Maar KNP-BT is toch ook al sterk gestegen. Beleggers verkopen zelfs Amerikaanse auto-aandelen, die erg goedkoop staan. Ze weten dat ze achteraf toch weer een keer zwaar klop zullen krijgen.

– MERTENS : Toch hebben veel Europese industriële bedrijven een kleine revolutie doorgemaakt waardoor ze hun produktiviteit sterk opgedreven hebben. Een goed teken voor de papiersektor is dat er momenteel nog geen noemenswaardige kapaciteitsuitbreiding plaatsgrijpt.

– VANDAMME : Zolang dat niet gebeurt, ben ik bullish. Het is immers altijd hetzelfde liedje. Ze lopen allemaal tegelijk in dezelfde put. De markten verbeteren en de producenten drijven de kapaciteit op. Maar vooraleer die bijkomende kapaciteit kan benut worden, zijn we twee jaar verder. Als ze het allemaal doen, dan wordt het weer vechten voor marktaandeel.

– VROMAN : Ik denk dat tenzij de koersen nog eens met 10 tot 15 % terugvallen er geen groot geld met cyclische aandelen zal verdiend worden in 1995. Er zit al veel goed nieuws in de koersen vertaald.

– VAN DER ELST : Inderdaad, ik vind Solvay b.v. al vrij duur. De koersen van de Europese chemie-aandelen stijgen trouwens niet meer bij de publikatie van al die mooie cijfers.

– MERTENS : Ik vind Solvay nog niet duur. Het fikse vraagherstel heeft zich onmiddellijk in fors hogere marges vertaald. De beursintroduktie van de Thaise dochter is ook een mooie zaak. Bovendien is de verkoopdruk voor Europese chemie-aandelen slechts tijdelijk. Het zijn Amerikaanse beleggers die hun posities wat afbouwen.

Als ik begin 1995 een keuze moet maken op de Brusselse beurs, voel ik mij toch geruster met een Solvay dan met een distributie-aandeel.

– VAN DER ELST : Maar als we spreken over winst per aandeel, hebben we het dan over 1500 frank per aandeel voor ’95 ? Dat zou heel mooi zijn, maar dan betaal je nog 10 keer de winst. Op de top van de vorige cyclus maakte Solvay meer dan 1800 frank winst per aandeel met een k/w van 7 tot 8.

– Financiële waarden dan maar ?

– VROMAN : Bankaandelen hebben recent al een kleine hausse achter de rug na de lange daling eerder in ’94.

– HENDRICKX : Banken hebben kansen want de kredietafdelingen zullen het zeker beter doen. De kwaliteit van de kredieten is immers flink aan het verbeteren. Ik denk niet dat we in ’95 een forse rentestijging zullen krijgen zodat zware verliezen op de obligatieportefeuilles achterwege blijven. De kombinatie van die twee faktoren is een goede zaak voor bankaandelen.

– VAN DER ELST : Maar de kwaliteit van de winst is er niet. Het is in feite met minder minderwaarden dat ze meer winst maken. De kernaktiviteit is nog altijd niet echt rendabel. Dan zou ik eerder opteren voor verzekeraar Fortis AG, ook al weet ik dat kollega Fortis Amev goedkoper is.

– HENDRIX : Als de rente toch weer zou gaan stijgen, zit de banksektor opnieuw met een slecht jaar. De rentekomponent is zeer belangrijk voor de banken.

– MERTENS : Of institutionele beleggers al dan niet bankaandelen zullen kopen, hangt af van het antwoord op de vraag : verwachten zij een daling van de lange-termijnrente of niet ? Bovendien hebben de banken al wel hun McKinsey-plannen gehad, maar echt in het vlees snijdende saneringen zijn uitgebleven. Ze hebben nog een achterstand tegenover de industrie. Vergelijk maar eens inzake personeelsbestand het hoofdkwartier van een Bekaert tegenover een zetel van een grootbank.

– Dan proberen we de grondstoffen. Interesse voor de (palm)oliesektor ?

– VAN DER ELST : Wie het woord palmoliesektor in de mond neemt, heeft het bijna steeds over Sipef. Waarom spreekt men niet over een Nord-Sumatra ? Kleine aandelen kunnen ook groot worden zoals de ontwikkeling van D’Ieteren illustreert.

– VANDAMME : Ik heb er nog eentje uit de plantagesektor opgediept op de beurs van Parijs, Caoutchoucs de Padang. Dat aandeel is spectaculair ondergewaardeerd. Het is vergelijkbaar met Socfinasia maar met een ruimer gespreide portefeuille. De beurskoers schommelt rond 620 Franse frank maar de boekwaarde is 770 Franse frank. Ik vind trouwens niet dat de rubber- en palmolieprijzen nu al overdreven hoog staan.

– HENDRIX : Maar in hoeverre gaat het bij de palmolie- en rubberprijsstijging niet om een spekulatieve prijsstijging ?

– VAN DER ELST : Wat de palmolieprijs betreft, hebben we in Indonesië en regio errond te maken met een stijgende levensstandaard en een groeiende bevolking. Dat zorgt voor een reusachtige toename van de vraag en dát is het grote verschil met de prijsstijgingen van andere grondstoffen in de scheikunde of staal.

– En de andere grondstoffen zoals koper, nikkel…

– VANDAMME : Daar is veel meer spekulatie geweest zodat 1995 een moeilijker jaar zal worden. De grondstoffenaandelen zijn echter die hoge prijzen niet gevolgd. Die hebben flink teleurgesteld. Union Minière, Inco, noem maar op.

– HENDRIX : Maar vertalen die aandelenkoersen dan niet dat het voor een stuk om een spekulatieve hausse van de grondstoffenprijzen ging ?

– MERTENS : Inderdaad. Een stuk van de prijsstijging is reële vraag, het andere stuk is spekulatie vanwege hedge funds. Grondstoffen waren mode in ’94 zoals de emerging markets mode waren in ’93.

– VANDAMME : Maar in koper is er momenteel geen overdreven spekulatie meer. Dat is zoals gezegd zeker niet het geval in de agrarische grondstoffen.

– HENDRIX : Toch vind ik die grondstoffenprijsstijgingen wat overdreven. De inflatie blijft overal laag en de goudprijs is eigenlijk niet gestegen.

– VANDAMME : Maar voor hoeveel inflatie heeft men dan schrik ? Blijkbaar is men al bang voor 4 % inflatie. Kan je dat inflatie-angst noemen ? Als de markten daar bang voor zijn, zijn ze met reden bang. Want die inflatie krijgen ze.

– HENDRIX : Inflatievrees veroorzaakte de forse stijging van de lange-termijnrente vorig jaar. Het was een echte inflatiepsychose, een heel jaar lang. Van 5,75 % steeg de lange rente op bepaalde momenten tot 8,50 %, vergeet dat niet.

– MERTENS : Die psychose kwam bovenop de permanent hoge kapitaalbehoefte van Azië en van onze westerse overheden.

– HENDRIX : Akkoord, maar die kapitaalbehoefte geldt niet voor Europa en Amerika. De landen in Zuidoost-Azië hebben enorme spaaroverschotten en financieren hun eigen groei. Ik geloof niet in de diskussie over kapitaalschaarste.

– HENDRICKX : Het kapitaal wordt steeds meer afgeleid van de financiële markten naar de reële ekonomie. Dat zorgt voor een bijkomende opwaartse druk op de rente.

– VROMAN : Velen zullen raar opkijken bij de publikatie van de cijfers over het tweede semester van 1994. De sterke prestaties van de eerste zes maanden zijn gedeeltelijk stilgevallen. Daarom moet je kiezen voor de “goede” bedrijven uit de “goede” sektoren, “stock-picking” dus.

– MERTENS : De jongste maanden draait de industrie toch op volle toeren. Heel wat bedrijven zitten met rijkelijk gevulde orderboeken.

– VROMAN : Eentje om uit te pikken, is Petrofina. Niemand moet er nu van weten. Dat is een goed teken. Het aandeel is achtergebleven op de index, en ver achtergebleven op haast alle cyclische aandelen. Volgens mij voor een groot stuk ten onrechte. De zware investeringen in Antwerpen zijn afgerond. Het klopt dat de raffinagemarges nog onder druk staan. Dat zal echter verbeteren. Als de petrochemie zo goed is voor Solvay, waarom zou ze dan zo slecht zijn voor Petro ? De investering in het olieplatform Ekofisk komt qua timing zeer goed. Op termijn levert dat een serieuze kostenbesparing op. Onze olietrots heeft trouwens een jubileum te vieren…

– MERTENS : Wat dan met Royal Dutch ? Was dat dan zo’n knaller ? Als ik met buitenlanders spreek over Petro, zeggen ze steevast : Royal Dutch is de maatstaf. Voorlopig valt Petro té licht uit om die vergelijking suksesvol te doorstaan. Petrofina heeft daarenboven een paar kroonjuwelen verkocht. Zoiets vinden de institutionele beleggers “verdacht”. Daarom is het aandeel zo’n underperformer de jongste tijd. Last but not least at all hangt het Petro-pakket van Elf-Aquitaine (2 %) nog boven de markt.

– VANDAMME : Ik zie liever de dochter dan de moeder : Fina Inc., het vroegere American Petrofina.

– VAN DER ELST : Ik heb het graag konkreet : hoeveel gaat Petro per aandeel verdienen ?

– VROMAN : Tussen dit en twee jaar 800 tot 1000 frank per aandeel.

– VAN DER ELST : Dan moet ik ze dus niet hebben. Ik wacht geen twee jaar om tot een k/w van 10 te komen voor een petroleumwaarde. Ik kan er wel inkomen dat op het moment dat iedereen gaat kijken naar achtergebleven aandelen, de koers van Petro tijdelijk zal aantrekken.

– Wat zijn de kansen van groeiwaarden als Barco ?

– MERTENS : Barco is een echt groei-aandeel. In deze ekonomische omgeving moet je naar dat soort aandelen. Het is trouwens al drie jaar naeen een outperformer ! Buiten Bekaert ken ik geen derde aandeel dat zo’n prestatie kan voorleggen.

– VROMAN : Een ander Westvlaams aandeel dat volgens mij beloften inhoudt, is Deceuninck. Er zijn daar allicht wat managementfouten gebeurd. Geen probleem, er zit daar nu een ander management.

– VAN DER ELST : Ik heb serieuze twijfels, vooral dan over het statuut van groeiwaarde. Dat kan voor jaren voorbij zijn.

– MERTENS : Het is net als Delhaize een “gevallen engel”. Je mag nooit verliefd worden op een aandeel en wie eens bedrogen is in z’n liefde…

– HENDRICKX : Ik hou het dan eerder bij Desimpel.

– HENDRIX : En ik bij Quick of Spector.

– Is Ackermans niet beloftevol na de NIM-overname ?

– VAN DER ELST : Dan verkies ik Belcofi, zeker in het kader van de NIM. Het is relatief goedkoper en het geniet voor 50 % mee van de NIM-historie. Per aandeel is dat veel interessanter dan bij Ackermans.

– HENDRIX : Ackermans heeft aan die NIM-overname inderdaad een goede zaak gedaan.

– MERTENS : Eigenlijk zitten we allemaal nog een beetje met dat erg goede 1993 in ons achterhoofd. Misschien gaan we nu naar een heel neutrale beursomgeving. We gaan geen overdreven hausses meer krijgen, de “overshooting” valt weg en het wordt een jaar voor stockpickers.

– HENDRICKX : Maar 1994 was toch ook geen slecht jaar als je ziet hoe sterk de rente is gestegen.

– Is er dan al overshooting geweest zoals met Creyf’s Interim ?

– MERTENS : De uitzendarbeid zit nog steeds in de lift.

– VAN DER ELST : Maar ga je 1500 frank betalen als je weet dat de boekwaarde maar 200 frank per aandeel is ? Bovendien is het een cyclisch aandeel. Tegen 1300 frank wil ik het wel kopen maar die kans krijg ik niet. En op 1500 frank zie je al verkopers opdagen.

Maar je hebt ook verschrikkelijke zaken zoals SAIT-Radio Holland. Daar glijdt de geloofwaardigheid langzaam weg. Over Powerfin heb ik hier nog niets gehoord.

– HENDRIX : Ik denk dat Powerfin het zeer moeilijk heeft om door te breken op de markten van de nieuwe industrielanden.

– VAN DER ELST : Maar als je nu Tractebel bekijkt, historisch bekeken is dat toch niets geweest. Vanwaar komt het potentieel ? Van Fabricom ?

– VROMAN : Een reden temeer om nu te stellen dat het wat potentieel heeft. Het is van 12.000 naar minder dan 10.000 frank teruggezakt.

– We openen de zoektocht naar turnaround-kandidaten. Glaverbel en Recticel ?

– HENDRICKX : De konverteerbare obligatie van Glaverbel is koopwaardig.

– VAN DER ELST : Zeker en vast. Tegen een koers van 3.250 frank loop je met de zerokoepon weinig risico.

– MERTENS : Glaverbel was het enige cyclische aandeel dat met ontgoochelende cijfers kwam. Het probleem ligt bij de Amerikaanse dochter IFG. Die dochter kon omwille van de hoge schuldenlast niet tijdig in nieuwe glassoorten investeren zodat ze nu buiten de prijzen valt.

– HENDRIX : Toch vertellen ze altijd dat alles “picobello” in orde is.

– VROMAN : Ik ben slechts koper als het tot 3800 frank terugvalt. Recticel is misschien wel wat veel gedaald, maar het nu nog een turnaround noemen is overdreven. Dat was het twee jaar geleden tegen 300 frank per aandeel. Voor een trader zullen er wel kruimels van de tafel vallen, voor een belegger niet meer.

Je mag trouwens niet vergeten dat Recticel met z’n matrassen en zetels een “konsumentaandeel” is. Ik verwacht dan ook niet dat deze waarde beter zal presteren dan de index.

– HENDRICKX : Misschien wél als ze van naam veranderen… Maar alle gekheid op een stokje, ik vraag me eigenlijk toch wel af in hoeverre er nog echt aan stock-picking gedaan wordt. De partikuliere belegger wordt alsmaar meer in beleggingsfondsen geduwd. Bijna iedereen kopieert dan nog eens de index.

– MERTENS : Er zijn twee tendenzen waar je rekening mee moet houden als we over de Brusselse beurs praten. Enerzijds is er de beurskapitalizatie van de Brusselse beurs. Die wordt alsmaar kleiner in vergelijking met andere markten. De beurzen van de emerging markets groeien nu eenmaal veel sneller. Op een mooie dag worden we zo klein dat het grote kapitaal weinig of niets in Brusselse aandelen zal doen. Het ras van Londense analisten dat Belgische aandelen volgt, is stilaan met uitsterven bedreigd. Anderzijds daalt het aantal stockpickers. Niet enkel partikulieren, maar ook institutionelen.

– Laten we dan maar snel de grens overtrekken. Hoe moet het verder met de beurs van Parijs na de “tristesse générale” van vorig jaar ?

– MERTENS : Bijna iedereen is het erover eens dat Parijs het nodige potentieel bezit. Als de opiniepeilingen echter laten uitschijnen dat iemand als Jacques Chirac veel kans maakt om president te worden, zal dat niet goed onthaald worden bij het grote kapitaal. Hij is niet geliefd omwille van z’n ekonomisch programma en zijn weinig pro-Europees gedachtengoed. De beurs zakte nadat nota bene een socialistisch kandidaat Jacques Delors aankondigde niet mee te doen in de wedloop naar het presidentschap. Een bijkomende verklaring voor het zwak beursjaar is de massale golf van nieuw papier door de talrijke privatizeringen.

– HENDRICKX : De koersdebâcle van Alcatel-Alsthom weegt ook zwaar door in de index. Dan zijn er nog de reeks schandalen, de immobiliënaffaires….

– HENDRIX : Die reeks van politieke en bedrijfsschandalen verontrust me eigenlijk het meest omdat ik zie tot wat dat in Italië aanleiding gegeven heeft. Alle grote bedrijfsleiders en topbedrijven zijn erbij betrokken. Zoiets kan echt uit de hand lopen.

– MERTENS : Frankrijk kan wel als alternatief dienen voor de “dure” Duitse beurs.

– HENDRIX : Maar Duitsland is niet zo duur. Men werkt daar met zeer konservatieve boekhoudingmetodes. Onderliggend doen die bedrijven het veel beter dan uit de balans blijkt.

– Van zuid naar noord. Oranje boven in ’95 ?

– HENDRIX : Amsterdam vind ik een zeer goede beurs en dat blijft ook zo. Ik geef er de voorkeur aan de financiële sektor omdat die grote belangen heeft in de Verenigde Staten. Als de dollar zich goed kan houden, is dat een pluspunt voor die ondernemingen.

– MERTENS : De voorbije drie jaar deed Amsterdam het jaarlijks 10 % beter dan de Brusselse beurs. Bovendien biedt het Damrak de belegger een veel bredere keuzewaaier zoals uitgevers, brouwers… In Brussel kom je altijd bij hetzelfde, kleine klubje terecht. Het is tevens een beurs die door heel veel buitenlandse analisten gevolgd wordt. Dollargevoelig en nooit erg duur. De markt is gespijsd met internationale groepen. Een echt volwassen beurs.

– HENDRIX : Bovendien begint men in Nederland langzamerhand de beschermingskonstrukties af te bouwen. Die zorgden in het verleden voortdurend voor een onderwaardering ten opzichte van de omringende beurzen.

– Zijn er geen kleine, “exotische” beurzen in Europa meer met een flinke onderwaardering. Finland misschien ?

– VANDAMME : Het Finse Kymmene vind ik nog altijd één van de aantrekkelijkste papieraandelen. Het is aktief in de zogenaamde gestreken papiersoorten, de betere dus. Het is een bedrijf met veel schulden en dat werkt in een neergaande konjunktuur negatief. Maar in een periode van stijgende papierprijzen is dat net positief. Als ze nu twee jaar een mooie cash flow binnenhalen, kunnen ze die schulden gevoelig afbouwen. Het aandeel is trouwens goedkoper dan KNP-BT. Het enige wat me wat verontrust is dat de Finse beurs al twee jaar prima performt. Een derde keer kan, maar is al moeilijker. De papieraandelen deden het echter in ’94 niet zó uitstekend. Het was vooral Nokia dat de hausse droeg.

– VROMAN : Maar ik hoor hier zo weinig praten over obligaties. Waarom koopt men geen obligaties in Zweedse kroon ? Zowel voor de rente als de munt is het nodige potentieel aanwezig. Toegegeven, de kroon is geen harde munt en zal het ook niet meteen worden. Maar ik vind de verhouding risico-rendement in orde.

– VAN DER ELST : Dat dacht men niet zo lang geleden ook over de Italiaanse lire.

– VROMAN : Iemand die het rustig aan wil doen, koopt gewoon obligaties met een looptijd van vijf tot zes jaar. Hij krijgt momenteel waar voor z’n geld.

– VAN DER ELST : Wie cash aanhoudt, zit wel dichter bij aandelen dan wanneer hij in obligaties zit. Hij kan zijn kans afwachten.

– MERTENS : Zodra de rente op lange-termijnoverheidspapier 8,5 % bedraagt in frank en 7,5 % in mark, mag je toeslaan. De koper krijgt immers een mooie reële rente. Zolang dat niet het geval is, kan je beter wat korter lopende obligaties aanhouden. De huidige obligatiekoersen verrekenen al een inflatiestijging. De meeste portefeuilles zijn dus defensief georiënteerd en dat zal nog wel even zo blijven.

– HENDRIX : Veel slecht inflatienieuws zit al in het huidig renteniveau vertaald. In Amerika is zelfs een lichte groeivertraging mogelijk. Dat mildert meteen het gevaar voor verdere rentestijgingen. Het zal ook de inflatiepsychose doen wegebben. Met een beurspotentieel van 10 % voor volgend jaar mogen we dan ook best tevreden zijn. Het probleem van Wall Street is dat je met een generatie hoofdekonomen zit die nog maar 35 jaar oud zijn. Die kregen ingelepeld dat inflatie de grote boeman is. Inflatie krijg je als de kapaciteitsbezetting boven 85 % uitstijgt en de werkloosheid onder 6 % daalt. Zo staat het in hun geheugen gegrift. Maar zo “mechanisch” mag men niet denken. Men moet dat allemaal relativeren.

– Hoe “anders” wordt ’95 ten opzichte van ’94 ?

– VROMAN : We krijgen “gewoon” een “normaal” jaar met 5 tot 10 % stijging voor de beursindex. Wie meer wil, zal verstandig moeten traden. Of een prima selektieheer moeten zijn.

– MERTENS : Dat klopt. De juiste strategie is “10 % winst zien en ze nemen”. Een mentaliteit die steeds populairder wordt.

– VAN DER ELST : Er is nog niets gezegd over VV-aandelen.

– MERTENS : Buitenlandse institutionele beleggers beklagen zich over de kreatie van die VV-aandelen. Het maakt de al weinig liquide Brusselse beurs nog illiquider.

– VAN DER ELST : Als meer bedrijven dividenden onder de vorm van VV-aandelen gaan uitkeren, krijg je automatisch een groter volume. Ik besef ook wel dat die verschillende kategorieën van aandelen problemen geven op het vlak van de waardering, b.v. via het dividend discount model.

– HENDRICKX : Beleggers zoeken altijd naar de markt met de grootste verhandelbaarheid. Zelfs partikulieren prefereren de liquidere CATS-markt. Dan weten ze tegen welke koers hun order zal uitgevoerd worden.

Dirk Haesevoets

Danny Reweghs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content