Generale Maatschappij. Vergane glorie ?

In 1975 stond België voor de Generale, en andersom. Nu is de Generale minder omvattend, heeft zij amper koloniale belangen en is de holding in Franse handen. Kruis erover ?

Twee decennia geleden was de Generale Maatschappij van België hét symbool van het “kleine, regenachtige koninkrijk, waar de aristokraten de fabrieken laten draaien, de banken beheren en de vrede garanderen (The Wall Street Journal, 1988)”. De Generale drukte haar stempel op het financiële, ekonomische en diplomatieke beleid, dat trouw door Belgische politici werd uitgevoerd.

“België had nooit een industrieel beleid en legde zijn lot in de handen van de Generale Maatschappij, ” meent Europees kommissaris Karel Van Miert. “Nu Suez er sinds 1988 de skepter zwaait, blijft België met de kater zitten. “

Generale-voorzitter Etienne Davignon replikeert : “Dat beeld van de oppermachtige holding berust op een myte. Die zogenaamde macht van de Generale bestond vooral uit minderheidsparticipaties in Belgische ondernemingen en een dominante positie in Kongo. In de rest van de wereld betekende de Generale niet veel. Geografisch, noch sektorieel was er een geplande diversifikatie, zodat de Generale in de jaren zeventig en tachtig zware moeilijkheden kende. “

Davignon was in die periode (1977-’85) Europees kommissaris, verantwoordelijk voor kolen en staal, twee sektoren waar de Generale hard getroffen werd.

Maar er is meer. De Generale boekte in die periode één jaar (1981) verlies. Vooral de overheid draaide op voor de rationalizering van de nationale sektoren, zoals de scheepsbouw, de staalnijverheid, de glas- en de textielindustrie (waar de Generale via CMB, Cockerill, Arbed, Mecaniver en UCO aktief was). In de periode 1973-’84 kwam de overheid voor 424 miljard frank tussen via participaties, subsidies, dekking van de verliezen en andere technieken. Toèn werd de basis gelegd voor de huidige begrotingsproblemen.

“Dat klopt, ” zegt Davignon. “Maar wat was het alternatief ? Alle EU-lidstaten kwamen met geld over de brug om de herstrukturering van de basissektoren, die leden onder de overgang naar de Europese markt, op te vangen. De vrije markt kon dat niet aan. Tenzij erg bruusk. “

Zo draaide de overheid op voor de uitzonderlijke laagkonjunktuur, terwijl de privé-sektor de ruime winsten opstrijkt. Is dit geen scheeftrekking ? Davignon : “Ja. PS-topman André Cools sprak al over de nationalizering van de verliezen en de privatizering van de winsten. Maar was dat te vermijden ? Dat is de kernvraag. Ik meen dat de toen gevoerde politiek sociaal rechtvaardig was, maar dat de overheid de herstrukturering te lang liet aanslepen. “

AMALGAAM.

In 1975 was de Generale een superholding met een amalgaam van participaties. Internationale handel (Laura & Vereeniging), telekommunikatie (Acec), maritiem transport (CMB), glas (Mécaniver), militaire projekten (FN, PRB), textiel (UCO), staal (Sidmar, Arbed, Cockerill), baggerwerken (Dredging), cement (CBR), spoorwegmateriaal (BN),… geen ekonomische aktiviteit, of de holding had er een steunpunt.

Vandaag beheert de Generale enkele kontroleparticipaties in Union Minière (non-ferro), Tractebel (energie), de Generale Bank en Recticel (chemie), naast enkele minderheidsdeelnemingen (verzekeringsbankier Fortis AG en elektronikaproducent Sagem en de toeristische onderneming Accor, bijvoorbeeld).

De macht van de Generale lijkt afgekalfd onder druk van de Franse aandeelhouder Suez. Davignon wijst er echter op dat de Generale in 1987 voor 150 miljard frank participaties en tesauriemiddelen kontroleerde, tegenover 208 miljard in 1993. Het eigen vermogen steeg die periode van 92 naar 163 miljard frank (zie grafiek). Davignon : “Waarom zou Suez de Generale leegzuigen ? Via de Generale, dat het voor 62 % kontroleert, heeft het een veel grotere reikwijdte. “

Davignon begrijpt overigens de Vlaamse onvrede tegen de Generale. “Twintig jaar geleden hield de Generale weinig rekening met de sociologische meerderheid in België”, geeft Davignon toe. “Maar sinds het aantreden van Suez verbeterde de positie van de Vlamingen. Weliswaar is de top van de holding zelf eerder een frankofone aangelegenheid, maar àlle dochters, met uitzondering van Tractebel, worden geleid door Vlamingen. “

Wordt Davignon, volgende week 63, opgevolgd door een Vlaming ? “Na mijn vertrek er is geen verplichte datum hoor wordt er verjongd, ” verwacht hij. “Het is logisch dat kompetente Vlamingen hun plaats zullen opeisen. “

HBR

GENERALE MAATSCHAPPIJ Vrije markt voor de winsten, overheidsinterventie bij verlies ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content