BRAZILIE. De gesplitste tweeling

Er zijn twee soorten Brazilië. Eén is synoniem van armoede, moord en verkrachting, het ander van exploderende business.

Locatie : Sao Paulo (Brazilië).

Vierduizend funcionarios illustros, spookambtenaren, ontdekte de huidige goeverneur van de staat Sao Paulo bij zijn aantreden. Ze troepten samen in een kantoorgebouw, in de schaduw van Banespa, de staatsbank, die tot vorig jaar 1300 direkteurs, elk goed voor 100.000 VS-dollar per jaar, telde. Werk hadden ze niet, maar ze waren aktief geweest in de verkiezingscampagne van de vorige goeverneur en mochten dus als ambtenaar door het leven. Hoeveel ambtenaren en maharadja’s, topambtenaren Brazilië 280 keer zo groot als België precies telt, weet niemand. Het moeten er muito, muito, verschrikkelijk veel zijn. Brazilië telt massa’s gepensioneerde middenveertigers want funcionarios kunnen na 30 jaar dienst op pensioen. En de meesten beginnen op hun veertiende. Of, als de verkiezingen goed vallen, op hun twaalfde. Het brengt meer op dan school lopen.

TRAGEDIE.

In deze enkele lijnen ligt de tragedie van Brazilië, of juister : van de Braziliaanse staat, vervat (zie ook Omslagverhaal, blz. 28). De grondwet schrijft schoolplicht voor, maar veel kinderen moeten al zeer jong mee reals (1 real = 0,84 VS-dollar) verdienen. De exploderende konsumptieprijzen, de eerste 3 maanden van 1995 stegen ze met 30 %, brengen de doorsnee-Braziliaan op de rand van de afgrond. De Braziliaanse Jan en Mie Modaal hebben om zichzelf en hun twee kinderen in leven te houden minstens driemaal het minimumloon van 110 VS-dollar vóór 1 mei ’95 was het 80 dollar nodig. Zelfs de 60 miljoen Brazilianen (op een totaal van 150 miljoen) die werken tegen het minimumloon, én zeker de 5 miljoen die werken tegen kost en inwoon, leven onder de armoedegrens. De meesten wonen in favela’s, enorme krottenwijken beheerst door de drugsmaffia en gekontroleerd, in Rio, door het leger. Drieduizend favela’s zijn geregistreerd, maar er komen er elke dag bij. Eigenaars van onverkoopbare terreinen laten armoezaaiers krottenwijken optrekken en eisen dan, onder bedreiging van ontruiming, van de municipio’s, de gemeentebesturen, voor hun terrein de prijs van bouwgrond. En die betaalt : enkel zo worden de sociale rust én de volgende verkiezingen gewonnen.

Het minimumloon verhogen, is voor het parlement, het Congreso Federal, uiterst moeilijk. De grondwet koppelt de pensioenen aan het minimumloon, met een maximale verhouding van 7 op 1. Verhoogt het minimumloon, dan explodeert de pensioenlast. Bovendien wordt het parlement, met afgevaardigden van de 27 deelstaten, nog steeds, op basis van de oppervlakte, gedomineerd door de noordelijke verpauperde staten. In die Nordeste staat politiek gelijk aan kliëntelisme. Weinigen komen er aan het minimumloon en amper 6 kinderen op 10 halen het eerste levensjaar. Een leraar verdient er 30 dollar per maand, een prof 70 dollar. In het zuiden verdienen de Brazilianen met wat geluk een dubbel minimumloon ; maar ook dat is onvoldoende om te overleven, en Brazilianen zoeken hun heil dan ook elders.

MAKUMBA.

De heilige Maria, patrones van Brazilië, ziet haar aanhang in het land spectaculair afnemen. Makumba, het spiritisme, is het toverwoord ; het cement dat arm en rijk bij elkaar houdt.

Immers : Brazilië is een duale samenleving. De grenzen liggen overal. Aan de ene kant van de straat ligt de favela, aan de andere de door guardancias en metershoge tralies gebarrikadeerde villa’s van de rijken, de poderosos. In ’90 verdiende 10 % rijken 51 % van het nationaal inkomen ; 50 % armen moest het stellen met 11,6 % van datzelfde inkomen.

“De rijken leven erop los, de armen sterven erop los, ” zo wil het de volksmond. De begoeden denken daar tegenwoordig wel anders over. “Een rijke vrouw uit Rio kan je meteen herkennen. Ze lijdt aan paranoia, ” grappen de paulistas, de inwoners van Sao Paulo over hun eeuwige rivalen, de cariocas, die van Rio.

Voor de rijken kwam het er in de jaren ’80 op aan om hun rijkdom te tonen ; vandaag om dat zeker niet te doen. ” Alleen al in Sao Paulo, 17 miljoen mensen, wordt elke minuut iemand aangerand of overvallen, worden dagelijks twee kinderen vermoord, drie anderen ontvoerd, in ’94 goed voor 400 miljoen dollar losgeld. Rijken besteden een zee van tijd aan het naar school brengen van de kinderen. Regelmatig wordt van wagen, van parkoers, van tijdstip, ja zelfs van kinderen verwisseld. “Elke regelmaat van handelen levert gevaar op, ” beaamt een Belgisch ondernemer die in oktober ’94 in de loop van een pistool keek toen hij zich uit zijn zwembad hijste.

Agostinho Leao, met het bedrijf Matté de nummer één in de teeproduktie en -verkoop in Brazilië, geeft de bewaker van zijn villa één dag per week vrijaf. Maar nooit op dezelfde dag en altijd weet de man slechts één uur op voorhand dat hij kan beschikken.

In alle grote steden leven duizenden families op straat. Overdag verkopen ze er alles en nog wat ; ‘s nachts weren ze om beurt de dieven. Of de konkurrenten belust op hun plekje.

De beste stranden van Rio de Janeiro worden bewaakt alsof het koncentratiekampen betreft, terwijl een paar kilometer verder dagelijks een straatkind wordt vermoord. In het toeristische Salvador of Receife zijn de favela’s vakkundig verstopt. Daar wacht de toerist enkel de zon. En aids. De Wereld GezondheidsOrganisatie raamt het aantal HIV-besmetten in Brazilië op 425.000 ; het aantal aids-dragers op 41.000. Brazilianen zijn verzot op slippertjes. De rijkeren doen het in de vele “motels” ; de armen op de vloer van hun favela-barak. Verkrachting is er even alledaags als een door een rat gebeten baby.

NIEUW BRAZILIE.

En toch, toch bestaat er een ander Brazilië. De zakenman die enkel de juiste hotels frekwenteert, niet over de straat slentert, het dure horloge, de camera en het toeristenplunje achterwege laat en de Financial Times leest, hoeft de ellende niet te zien.

Het is het nieuwe Brazilië ; o Brasil novo van de sinds januari aan de macht zijnde sociaal-demokratische president Fernando Henrique Cardoso. “FHC”, zoals hij wordt genoemd, wil via zijn anti-inflatoir hervormingsprogramma, het Plan Real, komaf maken met de rigide handelsbelemmeringen. Maar hij zet ook het belastingstelsel tot nog toe betalen de lageloners niets, terwijl de veelverdieners via het ritselen (jeito) met een maharadja, een hogere ambtenaar, even weinig betalen én het sociale-verzekeringsstelsel op de helling.

In 1994 kende Brazilië een ekonomische groei van 5,7 %, voor ’95 is 8 % voorzien. En een inflatie op jaarbasis van 25 %. Een wonder na 9 lange jaren met meer dan 1000 % inflatie. Per jaar. Er wordt dusdanig veel zuurstof in de stagnerende ekonomie gepompt de VS, Duitsland en Japan tekenen voor de helft van de buitenlandse investeringen dat oververhitting aan de orde van de dag is. 80 % van de bedrijven werkt aan 90 % van hun kapaciteit, 400 onder hen behaalden de voorbije jaren het Iso 9002-certifikaat, ondernemers raken amper aan grondstoffen en onderdelen en energie wordt alsmaar schaarser. Driekwart van de 65 miljoen arbeidskrachten woont in de steden, de produktiviteit steeg met 27 % tussen ’90 en ’93, de tertiaire sektor voorziet in 55 % van alle jobs.

Iedereen verwacht een devaluatie van de real, de nieuwe munt sinds juli ’94, aan de dollar gekoppeld sinds januari jongstleden. De president echter roept dat de munt in geen geval zal ontwaarden. Insiders menen dat het geleidelijk zal gebeuren, gekoppeld aan het huidige lage inflatieritme. Zo zou Brazilië niet enkel zichzelf maar vooral ook Argentinië willen sparen : dat land is de belangrijkste handelspartner en het is samen met Paraguay, Uruguay en Brazilië lid van Mercosur, de Zuidamerikaanse vrijhandelsassociatie die 200 miljoen konsumenten telt en 600 miljard dollar jaarproduktie haalt. Een eenzijdige devaluatie van de Braziliaanse real zou Argentinië in een zware recessie onderdompelen, wat dan weer katastrofaal zou zijn voor de sterke Braziliaanse exportsektor.

In maart jl. liet Cardoso even doorschemeren dat de real zou devalueren : Brazilië verloor in enkele dagen 4 miljard VS-dollar aan reserves en vreesde voor het tequila-effekt, een financiële ineenstorting zoals in buurland Mexico. Brasil-watchers replikeren echter dat de Braziliaanse ekonomie een stuk robuuster is dan die van Mexico of Argentinië. De ekonomische groei is grotendeels gefinancierd door privé-investeringen, de beleningsgraad veel kleiner én het land bezit 38 miljard dollar reserves.

GROOTSE MARKT.

Het spook van de hyperinflatie en de sinds oktober ’94 negatieve handelsbalans wordt dan maar getackled door strakkere handelsbeperkingen. Sinds maart geldt opnieuw een importtaks tot 70 %, op 109 items, vooral wagens en elektronische goederen. Vraag is of daarmee het konsumeren, de inflatie én de negatieve handelsbalans kunnen worden gestopt. Brazilianen hanteren immers allen de basisregel van de inflatieroulette : heb nooit kontanten op zak.

Het Braudelinstituut voor Wereldekonomie uit Sao Paulo, opgericht door de Amerikaanse ekonoom Jeffrey Sachs, weet waarom Brazilianen inflatie ervaren als hun lotsbestemming : tussen 1889, het jaar van de nieuwe Braziliaanse republiek, en 1993 gingen de prijzen op de wereldmarkt 23 maal omhoog. In diezelfde periode werd het leven in Brazilië, in lokale munt, 3200 triljoen keer duurder.

Een Nederlandse ondernemer ziet het zo : “Brazilië telt 150 miljoen mensen waarvan 15 miljoen mét geld, bereid om Europese prijzen te betalen voor alles en nog wat. Als ik die kan winnen, verdubbelt in één klap mijn markt. De rest heeft de centen niet, maar droomt er wel van. Er zit dus potentieel. “

RON HERMANS

CARNAVAL VERBERGT ARMOEDE EN RIJKDOM 150 miljoen Brazilianen, slechts 15 miljoen mét centen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content