Kabelfonie

Telenet Vlaanderen wil vooral een degelijke telefoonoperator zijn. Van multimedia op de kabel komt voorals nog weinig in huis. Een realistisch scenario ?

In april ’95 schuimden een 40-tal enquêteurs het Vlaamse land af. Zij onderwierpen 500 particulieren en 500 bedrijfsleiders van KMO’s aan een attitude-test. Daarna volgde een diepte-interview met een 20-tal telecommanagers uit grote bedrijven. “De tijd die we voor dit onderzoek uittrokken, hebben we moeten verdubbelen,” zegt Philippe Van Wassenhove, woordvoerder van Telenet Vlaanderen. “De respondenten wilden meer uitleg over de multimedia-toepassingen waarover we hen ondervroegen.”

Die anecdote weerspiegelt hoe glibberig het pad is waarop Telenet Vlaanderen zich begeeft. Over nieuwe diensten op de kabel heeft bijna niemand in dit land kaas gegeten. Peilen naar marktbehoeften is in die context een vrij zinloze opdracht. Maar over telefonie op de kabel vertelt de enquête des te meer. Philippe Van Wassenhove : “Jonge tweeverdieners onder de 40 jaar, met kinderen en een levendige interesse voor technologie komen hier uit de bus als onze ideale doelgroep.”

ALTERNATIEF.

Telenet houdt er in het businessplan inderdaad rekening mee dat zijn omzet na 15 jaar dus in pakweg 2010 voor 71 % van residentiële gebruikers afkomstig zal zijn. Bovendien verwacht het consortium dat 64 % van die omzet gegenereerd zal worden uit basistelefonie en slechts 26 % uit interactieve videodiensten. Een kleine rest 9 % wordt toegeschreven aan telecomdiensten met toegevoegde waarde.

Van de kabel als “interactief-multimediaal” medium lijkt dus in eerste instantie weinig in huis te komen. Telenet Vlaanderen wil vooral een degelijk alternatief zijn voor de klassieke operator Belgacom. Hoe ? Door aantrekkelijker te zijn in de 4 traditionele P’s produkt, plaats, promotie én prijs. Volgens het consortium is de gevoeligheid van de Belgacom-abonnees voor die criteria erg groot. De enquête zou hebben uitgewezen dat 16 % van de respondenten bereid is te veranderen van operator, zelfs als het tarief 10 % duurder is dan dat van Belgacom.

Naast de particuliere abonnee, wil Telenet ook greep krijgen op de kleine professionele telefoongebruiker. Onder de 2,1 miljoen Vlaamse kabelabonnees schuilt een potentiële markt van 112.000 zelfstandigen en kleine ondernemingen, zo stelt het businessplan daaronder artsen, advocaten, winkels, resto’s en talloze andere praktijken. “En vergeet ook niet de grootgebruikers zoals de Vlaamse overheid en de stadsdiensten,” merkt Philippe Van Wassenhove op.

Die kleine en middelgrote bedrijven lijken inderdaad een veelbelovend marktsegment. Maar wat hun precieze noden en eisen zijn, is minder duidelijk. “Zij zijn voor ons één groot vraagteken,” stelt Paul De Cooman, voorzitter van Beltug, de organizatie van telecomgebruikers. “We tellen vooral grote ondernemingen en multinationals onder onze leden. Met KMO’s hebben we nauwelijks voeling.” Het tevredenheidsonderzoek dat Beltug in april ’95 onder zijn leden hield, geeft wel enige aanwijzingen.

DUUR.

Uit de studie blijkt dat de graad van tevredenheid over het Belgacom-netwerk stijgt naargelang van de grootte van het bedrijf. Bovendien voelen vele bedrijven die overwegend nationaal bellen en talloze KMO’s zitten in dat schuitje zich gediscrimineerd door de fikse kortingen (25 tot 40 %) die Belgacom toestaat voor internationale gesprekken. Er is ook ongenoegen over de dure tarieven van huurlijnen voor telefonie en data : uit internationale vergelijkingen bleek namelijk dat die prijzen 25 tot 30 % hoger liggen dan in Frankrijk of Duitsland, en zelfs 50 tot 70 % dan in Groot-Brittannië.

“We verwelkomen dus een initiatief als Telenet Vlaanderen, omdat dit precies de concurrentie op het nationale vlak zal aanzwengelen,” aldus De Cooman. “Hopelijk zal dit leiden tot goedkopere en betere diensten en een hogere beschikbaarheid van het netwerk.”

Telenet zegt voor de residentiële telefoongebruiker een breed gamma aan telecomdiensten klaar te houden : ingesproken boodschappen, oproepidentificatie, oproep in wachtstand en oproepdoorschakeling. Maar een aantal van die diensten wordt nu al geleverd door Belgacom met de lancering van het Comfort-abonnement, op 1 juni ’95. Voor het professionele segment voorziet Telenet goedkopere huurlijnen, centrex of virtuele PBX-centrales voor kleine bedrijven, datadiensten en een aantal geavanceerde diensten zoals pakketschakeling en frame relay.

Voor de uitbouw van zijn kabeltelefoonnet houdt het Telenet-consortium rekening met een roll-out-plan van 5 jaar. “Technisch gezien is het onmogelijk de hele regio in één keer aan te sluiten,” zegt Philippe Van Wassenhove. “We zullen het net systematisch ontplooien. Dit zal ons toelaten de markt wijk per wijk te benaderen, naargelang van de intensiteit en geografische spreiding van de vraag. Tegen 2002 moet het hele Vlaamse land bediend zijn.”

MILJARDEN.

De basisinvesteringen voor de modernisering van het kabelnet dus het tweerichtingsvrij maken en een verhoging van de capaciteit tot 750 megahertz worden, zoals bekend, geraamd op 15 à 16 miljard frank (periode 1996-2010). De gemengde kabelmaatschappijen zijn bereid hiervan zo’n 4 miljard op tafel te leggen. Een ander deel 6,5 miljard frank wordt opgehoest door Telenet Lokaal Net, een dochter van Telenet waarin de gemengde intercommunales een gebruiks- en een deel van het eigendomsrecht over hun kabelnet zullen inbrengen (zie ook Trends, 1 februari 1996).

Het resterende deel van de basisinvesteringen 5 miljard frank wordt gefinancierd door de zuivere kabelmaatschappijen. Daarvoor richten zij de cvba Interkabel op en rekenen ze op bijkomende steun van openbare instellingen zoals Omob of het Gemeentekrediet. Het eigendomsrecht over hun kabelnet blijft hier in eigen handen.

Naast die investeringen moeten de kabelmaatschappijen ook nog een participatie (35 %) financieren in de holding Telenet Vlaanderen. De gemengde bedrijven zullen 24,5 % verwerven en hiervoor 3,2 miljard frank betalen (waarvan de helft in natura, door de inbreng van hun kabelnet). De zuivere intercommunales krijgen 10,5 %, in ruil voor de inbreng van 1,5 miljard frank kapitaal.

Alhoewel alle overige investeringen zo’n 34 miljard frank, waarvan meer dan de helft voor de installatie van schakel- en transmissie-apparatuur worden gefinancierd door de Telenet-holding, is de inbreng van de kabelmaatschappijen niet te onderschatten.

“Dit zijn inderdaad zware investeringen, met een zekere risicograad,” geeft Alex Winters, van de Limburgse zuivere kabelmaatschappij Interelectra, toe. “Maar er is geen andere keuze. Als we niets doen, zijn we ten dode opgeschreven. Alleen al het upgraden van ons net voor tv-distributie dus zónder telefonie kost Interelectra een kleine 1 miljard frank. Nu liggen de investeringen hoger, maar dankzij de inkomsten die Telenet zal putten uit telefonie is een deel van onze inkomsten verzekerd.”

Winters doelt op de vergoedingen die Telenet bereid is jaarlijks uit te keren aan de kabelintercommunales, naarmate meer en meer huizen bereikbaar worden gemaakt voor kabeltelefonie. Het zou gaan om een jaarlijks bedrag van (gemiddeld) 330 frank per kabelabonnee. Voor Interelectra dat meer dan 220.000 abonnees telt is dit geen verwaarloosbare inkomstenpost. Daarbovenop zouden de zuivere intercommunales ook nog genieten van een jaarlijkse kostendekkende annuïteitsvergoeding voor de investeringen die zij op eigen risico namen.

ONZEKERHEID.

Het oogt allemaal nogal ingewikkeld. Maar blijkbaar moet één en ander de gemeenten geruststellen, die vrezen dat de dividenden die de intercommunales elk jaar trouw aan de gemeentelijke aandeelhouders uitkeren door Telenet snel zullen opdrogen. Er is niet alleen het financiële luik. Bij de kabelmaatschappijen leeft ook onzekerheid over wat ze dan precies met hun gemoderniseerde kabelnet zullen aanvangen.

“Van één ding zijn we zeker,” zegt Jo Gebelen, direkteur van Interelectra. “De investeringen binnen Telenet Vlaanderen zullen vooral gedekt worden door telefonie. De rest is allemaal koffiedik kijken.” Binnen het consortium werden afspraken gemaakt dat de kabelintercommunales bevoegd blijven voor elke communicatie van punt-tot-multipunt. Daaronder valt de klassieke tv-distributie, maar ook alternatieve toepassingen zoals een programmagids op de kabel, teletekst, tele-alarmering, tele-educatie en zelfs energiebeheer of domotica (woningbeheer op afstand).

Interessante niches, maar grote inkomstenbronnen zullen dit niet zijn. “We hebben ook nauwelijks zicht op wat onze kabelabonnees nu werkelijk willen,” zegt Patrick Van den Abeele, verantwoordelijke diensten en programmatie bij Intermixt, de vereniging voor gemengde intercommunales. Wellicht wordt één van de eerste stappen de segmentatie van het tv-aanbod op de kabel, daar zijn de meeste betrokkenen het over eens.

Alex Winters : “Vandaag krijgt de kijker een basispakket van een 30-tal televisieprogramma’s aangeboden. Dit moet omlaag. We moeten streven naar een meer gevarieerd en aanvullend programma-aanbod, waarvoor de abonnee bereid is iets extra te betalen. Ik denk aan sport- en thematische kanalen. In Limburg bijvoorbeeld is er relatief veel vraag naar etnische programma’s wij schatten zo’n 10 tot 30 % van onze abonnees. Hierop moeten we beter kunnen inspelen.”

Dit betekent dat de rol van de kabelmaatschappijen niet meer beperkt zal blijven tot het louter verdelen van de tv-signalen. Een doorgedreven marketing en een beter beheer van het abonneebestand worden cruciale thema’s. De decoder het apparaatje dat de signalen voor de consument ontcijfert zal hierin een cruciale rol spelen (zie kader).

Als alles naar wens verloopt, begint Telenet deze zomer met de uitbouw en modernisering van het kabelnet. Het consortium met de kabelmaatschappijen (35 %), US West (25 %), de Gimv (20 %), en het platform van mediabedrijven en financiers (20 %) als partners mikt tegen de eeuwwisseling op een jaarlijks inkomstenniveau van 6 miljard frank. Na 2010 wordt zelfs gehoopt op een omzet die de kaap van 20 miljard zou overschrijden. Meer dan twee derden zou afkomstig zijn uit pure basistelefonie. Een ambitieus opzet, maar afwachten blijft de boodschap.

PIET DEPUYDT

DIRK BOOGMANS (GIMV), GUIDO DECLERCQ, CLIFF STICE (US WEST) EN PIET VANDERMEERSCH. De investeringen worden vooral gedekt door telefonie. De rest is koffiedik kijken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content