Venetië

Atlantis boven water

Seneca wist het al : ga rechts en links, laat de brede en drukke straten links (of rechts) liggen, en u komt in kleine steegjes waar u alleen loopt. Venetië bestond toen nog niet eens. Maar het is er niet anders. Ondanks de jaarlijkse stroom van 3 miljoen toeristen.

TEKST EN FOTO’S : HENK VAN NIEUWENHOVE

Seneca had er kunnen aan toevoegen : bezoek een stad in de winter, dan loopt u niet op de koppen en ontmoet u de échte inwoners. Venetië en winter : het is een perfecte combinatie. Venetië legt in de winter zijn masker af en toont zijn (haar ?) ware gedaante. In de mistige en grijze doolhof van steegjes en kanaaltjes, kan je achter elk hoekje de dood tegenkomen. Je kan er best ronddwalen zonder stadsplan (zelfs met de beste stadswijzer loop je verloren), urenlang zwerven, bij voorkeur ‘s nachts, het flauwe schijnsel van de lantaarns volgen en luisteren naar het ritmisch paddelen van een eenzame gondelier op weg naar huis. De grijsheid, de eenzaamheid accentueren de schoonheid van een stad die dreigt te verdrinken. Dit is Atlantis boven water. Het is een hard leven, maar daarom niet minder schoon en fascinerend. Het is de ultieme uitdaging voor dichters, schilders of filmmakers om te vatten wat niet kan gevat worden. Deze stad is daarin geslaagd. Zij is meer dan een optelsom van gebouwen. Zij is een lichaam dat een eigen leven is gaan leiden en wacht op haar dood. Het carnaval is het feest van die dood. Macaber en decadent, als een jaarlijks terugkerend fin-de-siècle. Gevoelige bezoekers wezen dus gewaarschuwd.

Waarover

we het hier níet zullen hebben : San Marco en Rialto ; Caffé Florian en Harry’s Bar waar Ernest Hemingway zijn Bellini bestelde (een prosecco met een vleugje abrikoos) ; het Dogenpaleis en de Brug der Zuchten ; de hotels Gritti en Danieli ; de eilanden Murano met zijn glasindustrie en Burano met zijn kantwerk (dat voor een groot deel uit Noord-Afrika wordt ingevoerd) ; over Palazzo Grassi en de Orient Express ; over de gondola en de vaporetto.

Waarover we het wel hebben : over de plaatsen waar de kans klein is dat u in de toeristenstroom terechtkomt. De Spaanse en de joodse kwartieren bijvoorbeeld, die u wel zal vinden als u de raad van Seneca opvolgt. Piazza Santa Maria dei Miracoli met zijn mooie 15de-eeuwse kerk. Campo San Bartolomeo, het Plein der Verliefden, waar een zoen de belofte van een eeuwige liefde inhoudt. De kleine tratorria Al Mascaron in de Calle Santa Maria Formosa, waar u nog de échte cucina della mamma kan proeven, spaghetti met kreeft of met de inkt van inktvis bijvoorbeeld (ga er niet allemaal tegelijk eten !). Piazza Santa Maria Formosa, misschien wel het meest authentieke plein van Venetië, het ideale vertrek- of eindpunt om te verdwalen in het labyrint van straatjes. Het Teatro La Fenice, dat er na de brand van begin dit jaar nog dramatischer bijligt : de fenix die door het vuur werd verwoest om nadien uit de asse weer te verrijzen. De levendige vismarkt waar een staalkaart van de waterdieren van de Mare Nostrum wordt tentoongesteld. De wijk San Trovaso waar u de laatste echte gondelbouwers vindt : vader en zoon Tramontin bijvoorbeeld. Wist u dat sommige gondels in Duitsland worden gemaakt uit een soort plastiek ? Let dus goed op wanneer u 100.000 lire betaalt voor een romantisch(e) tocht(je) op het water. Het atelier Mondonovo waar de traditionele (doden)maskers vervaardigd worden. Wist u dat dezelfde maskers in de 17de eeuw gedragen werden door de doodgravers om zich te beschermen tegen de pest ? Het Museo di Storia Naturale, waar u alleen rondloopt en er naast een stel dinosaurussen ook de beroemde oermoeder Lucy kan bewonderen. Palazzo Fortuny, het dromerige huis van Mariano Fortuny, de Spaanse schilder, fotograaf, designer (denk aan de lampen met die naam), én fantast. Het eiland Lido, waar Luchino Visconti Death in Venice draaide, met zijn desolate stranden in de winter. Isola San Michele, de begraafplaats waar beroemdheden als schrijver Ezra Pound, componist Igor Stravinsky en danser Sergey Diaghilev voor eeuwig rusten. Het eiland Torcello, dat misschien nog het meest het Venetië van heel lang geleden oproept en waar beroemde staatshoofden en filmsterren ver van de drukte gedineerd hebben in Locanda Cipriani. En als u nog verder wil varen : Chioggia, vijftig kilometer verderop, het o zo mooie piccola Venezia. Of bent u masochistisch aangelegd en wilt u de vervuilende petrochemische industrie en olieraffinaderijen van Mestre bewonderen ?

Dood in Venetië.

Dat is ook de titel van een werkstuk van Greenpeace over de vervuiling van het water door de petrochemie met giftige dioxines. Vervuiling, toeristen, de verhoging van de waterstand, woekerprijzen : allemaal redenen voor de echte Venetianen om hun stad te verlaten. Voor de Tweede Wereldoorlog waren er 170.000, nu nog amper 70.000. Venetië is een probleemstad voor zij die er wonen. Elk jaar daalt hun aantal met een paar duizend. Alsof zij de dood van de stad voelen aankomen. Het San Marco-plein staat elk jaar gemiddeld 40 keer onder water, zodat de (veelal Japanse) toeristen op plankieren in de rij staan, wat voor hen een bijkomende attractie is. Er zijn plannen om reusachtige, opblaasbare dammen rond de stad te leggen. Er wordt gedacht aan de aanleg van een metro die de eilanden met het vasteland moet verbinden.

Neem nu voor een keer eens niet een kamer in één van de 340 hotels (21.375 bedden, goed voor 10 miljoen overnachtingen) die Venetië rijk is. Je kan bijvoorbeeld ook een appartement huren, in één van de smalle straatjes, bij voorkeur niet te dicht bij San Marco en Rialto. November en januari zijn de rustigste maanden, maar zeg het niet voort. Dan word je ‘s ochtends gewekt door die typische Italiaanse geluiden : de opgewekte stemmen van kinderen die naar school gaan, de heldere operastem van la mamma die met haar buurvrouwen staat te keuvelen, de hoog oplopende discussie van enkele jonge mannen, die het niet hebben over Tintoretto, Veronese of Tiepolo, maar over Baggio, Maldini en la Juve. ‘s Avonds luister je naar het geluid van stevige voetstappen op de natte straatstenen en het kletteren van de regen tegen de ruit. Je neemt een boek ter hand en droomt weg met Across the River and Into the Trees van Ernest Hemingway, of voor wie ertegen bestand is Death in Venice van Thomas Mann.

Info : Cuendet, appartementen in Venetië. Achterbist 27, 2560-Nijlen. Tel : (03) 411.00.44.

Het eiland Torcello roept de sfeer op van het Venetië van heel lang geleden.

Prachtige maskers voor karnaval. Maar wie zit onder het masker ?

Boven : gondelen langs San Marco. Midden : de was hangt te drogen op het eiland Burano. Onder : commedia dell’arte of verheerlijking van de dood ?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content