1100 BOELWERF/ 18.000 KS

MINDER ZWAAR ?

Het profiel van de 1100 Boelwerf-werknemers die vorige week hun ontslagbrief in de bus kregen, stemt qua leeftijd (gemiddeld 38 jaar voor de arbeiders en 43 jaar voor de bedienden) enigszins overeen met dat van de KS-mijnwerkers. Waar het in Limburg echter vooral ongeschoolden betrof, zijn de Boelwerf-mensen goed opgeleide vaklui. Objektief gezien vertrekken ze uit “betere” startblokken, al kon Limburg wel meedeinen op de hoogkonjunktuur van eind de jaren ’80. Tussen 1986 (bij de beslissing om KS af te bouwen) en 1992 kreeg Limburg er 200 nieuwe bedrijven en zo’n 40.000 banen bij (door de KS-sluiting gingen er in totaal wel 18.000 verloren).

Van de 2800 mijnwerkers van “het Westen” die (in 1989) op de arbeidsmarkt kwamen, heeft 80 % nu een vaste baan : daarvan vond zo’n 70 % werk in reeds bestaande bedrijven en 30 % in nieuw opgerichte ondernemingen. 20 op 2800 koos voor het opstarten van een eigen onderneming. Dat gaat van elektriciteitswerken, over centrale verwarming en drankgelegenheden tot een champignonkwekerij. Zij kunnen binnen de vijf jaar indien nodig teruggrijpen naar hun vroeger mijnwerkersstatuut. Omdat de BLM (Begeleidingsdienst Limburgs Mijngebied), die meezoekt naar plaatsingsmogelijkheden, er pas kwam toen de herstrukturering in “het Oosten” praktisch voorbij was, is minder goed bekend waar de 5700 arbeiders uit de mijnbekkens van “het Oosten” (na de sluitingen van ’88-’89) terechtkwamen.

Leon Vliegen, adjunkt-direkteur van de kristelijke werkgevers VKW-Limburg, wijst op de positieve effekten en extra fiskale stimulansen voor rekonversievennootschappen in Limburg (die echter door de regering in ’90 en ’93 werden afgeknot). “Omscholing en nieuwe arbeidsintensieve bedrijven vinden, was prioritair, ” zegt Vliegen. “Diverse elementen hebben bijgedragen aan een gunstig ondernemingsklimaat en een aantrekkelijke bedrijfsomgeving : fiskale en financiële ondersteuning van bedrijven, verfraaiing en betere uitrusting van industrieterreinen, ook de onderzoeks- en de opleidingsinfrastruktuur werden behoorlijk opgekrikt ik denk aan het wetenschapspark van het Limburgs Universitair Centrum, aan de uitbouw van efficiënte telematika, aan de inspanningen op het vlak van opleidingen op maat door BLM, VDAB en VIA (Vereniging voor Industriële Applikaties). Ten slotte waren er tal van initiatieven van werkgeverskant om het managementniveau in de bedrijven te optimalizeren en projekten als Doe zaken met je buren voor toeleveringsbedrijven en New business city gericht op dienstenbedrijven. “

Leon Vliegen betreurt enkele gemiste kansen : “We hadden gehoopt op een orgaan waarin echte ondernemers met kennis van zaken beslissingen konden treffen. De nieuwe strukturen, de LRM (Limburgse Rekonversiemaatschappij) en de LPM (Limburgse Participatiemaatschappij), de vervangers van de vroegere LIM (Limburgse Investeringsmaatschappij) kunnen niet onafhankelijk genoeg funktioneren. De dossiers worden nog steeds niet efficiënt afgehandeld. En inmiddels zijn ook de financiële middelen bijna uitgeput. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content